De Boxer opstand
De boxers waren een groep jonge adolescenten die christelijke missionarissen, kerken en bekeerlingen aanvielen. Ze kwamen uit een groep ontevreden Chinezen uit Noord-China. Ze hadden last van droge condities en ze koesterden anti= buitenlandse gevoelens.De boxers terroriseerden de bevolking tussen 1898 en 1900. China kon de boxers het hoofd niet bieden, omdat het land zwak EN failliet was. Echt gek was dit overigens niet, China had een halve eeuw tegen verschillende buitenlandse machten oorlog gevoerd en om het nog maar niet te hebben over de binnenlandse rebellie.
China was zelfs een semi-kolonie geworden door het verdragssysteem waarmee de westerlingen economische en politiek rechten kregen in China. China verloor hiermee alleen maar rechten. Aan het einde van 1890 wilden de westerlingen zelfs grote delen van China hebben. Het verdelen van de Chinese Meloen noemde men dit. Op dat moment was Keizerin Dowager Cixi nog aan de macht en uit wanhoop probeerde zij de boxers te gebruiken in de strijd tegen het Westen. Ze belegerden gezamenlijk Peking. Maar het Westen sloeg terug en wierp de belegering omver. De Keizerin vluchtte. De westerlingen, met de missionarissen aan het hoofd, besloten dat China moest boeten voor het zwakke optreden tegen de boxers. Het dieptepunt kwam in september van 1901. China werd gedwongen om het boxer protocol te tekenen.
|
In het boxer protocol stond dat boxers en chinesen die met hun in verband gebracht konden worden, gestraft moesten worden. Ook moest China het westen betalen. China kwam hierdoor alleen maar meer in de problemen.